Zwanen

Zwarthalszwaan (Cygnus melancoryphus)
Wereldwijd zijn er 7 soorten zwanen waarvan de knobbelzwaan (Cygnus olor) en de zwarte zwaan (Cygnus atrata) het meeste worden gehouden. De andere zwanensoorten zijn vaak gevoeliger en alleen geschikt voor ervaren aviculturisten. 

Wereldwijd zijn er 7 soorten zwanen waarvan de knobbelzwaan (Cygnus olor) en de zwarte zwaan (Cygnus atrata) het meeste worden gehouden. De andere zwanensoorten zijn vaak gevoeliger en alleen geschikt voor ervaren aviculturisten. 

Voedsel

Zwanen eten van nature zowel plantaardig als dierlijk voedsel. Ze doen het goed op speciaal samengestelde watervogelvoeders. Als bijvoeding kan kroos en vers gemaaid gras gegeven worden. Brood en graan is minder geschikt omdat het ene erg hoog zetmeelgehalte heeft. Van teveel brood en graan worden zwanen vet. Om plantaardig voedsel te kunnen vermalen eten ze regelmatig kleine steentjes (grit). In hun maag vermalen ze met behulp van deze steentjes hun voedsel. Ook in gevangenschap slikken zwanen graag steentjes in. Wanneer ze langere tijd geen steentjes ter beschikking hebben gehad willen ze nog wel eens veel steentjes ineens opeten. Het is dus beter om de steentje in het begin geleidelijk aan te geven, in kleine porties. Later kan er gewoon steeds een bakje steentjes in een hoekje staan. Hieruit halen de zwanen de steentjes wanneer ze die nodig hebben. 

Kippenvoer bevat vaak anti-coccidiose middelen die giftig kunnen zijn voor watervogels. Geef dus nooit kippenvoer aan watervogels!

Minimum afmeting vijver voor zwanen

Het grootste deel van het leven van zwanen speelt zich af op het water. Ze hebben dan ook veel zwemruimte nodig: een vijver van minimaal 6 x 6 m met een diepte van 80 cm. Hoe groter de vijver, hoe minder onderhoud. Hele grote vijvers hoeven minder vaak te worden schoongemaakt als kleine. 

Inrichting van de vijver

Het is belangrijk dat de oevers van een watervogelvijver geleidelijk oplopen zodat de vogels makkelijk het water uit kunnen komen. Sommige liefhebbers maken rondom de vijver een rand met grind, die makkelijk schoon te houden is. Andere liefhebbers maken een brede rand van beton rond de vijver. Als de rand van de vijver aan de smalle kant is hebben zwanen namelijk de neiging om met een natte snavel in het zand te gaan wroeten. Het gevolg is een modderrand rond de vijver en een hoop zand in de vijver. 

Volière, leewieken of vrij laten vliegen?

Volières hebben voor zwanen geen meerwaarde: de oppervlakte zal nooit zodanig kunnen zijn dat ze daadwerkelijk kunnen vliegen. Mochten ze we op kunnen vliegen dan gaat dat met zo'n snelheid dat ze direct tegen het gaas aanvliegen en zichzelf beschadigen. Vrij laten vliegen heeft meestal tot gevolg dat ze elders een territorium gaan zoeken. Hooguit kunnen knobbelzwanen eerst gekortwiekt kunnen worden gehouden in een grote parkvijver, kasteelgracht o.i.d. Alleen bij dergelijke hele grote vijvers is de kans groot dat ze ook later zullen blijven. Voor zwarte zwanen is dit geen optie: ontsnapping van deze exoot moet worden voorkomen. Sinds 1 januari 2018 is wetgeving van kracht dat het leewieken van watervogels verbied. In de meeste gevallen komt dus alleen gekortwiekt houden in een perk in aanmerking. 

Minimum oppervlakte van het verblijf

Voor zwanen is een minimale perk-ruimte van 10 x 10 meter per paartje nodig. 

Inrichting van het verblijf

De inrichting van een perk voor zwanen kan erg 'minimalistisch' blijven: ze hebben het meeste aan een goede grasmat om op te kunnen grazen. Een open ruimte zonder veel beplanting wordt meer op prijs gesteld als veel beschutting. Toch is ook een beschutte plek uit de wind nodig. Hiervoor kunnen een aantal coniferen of een schutting dienen. Aparte nestplaatsen zijn voor zwanen niet nodig. Ze maken een groot nest, meestal op de rand van de vijver. Wanneer ze beginnen te nestelen stellen ze wel nestmateriaal op prijs. Stro is hiervoor erg geschikt.

Omheining van het verblijf

Voor watervogels lijkt een gazen omheining op gras-stengeltjes. Gras van die dikte kunnen ze makkelijk wegdrukken om erdoorheen te lopen. Dat proberen ze ook met gaas. Wanneer gaas te grofmazig is steken ze hun kop erdoorheen en proberen dan die 'sprietjes' weg te duwen. Dit gaat ten koste van de veren op de nek, die behoorlijk kunnen beschadigen. In het ergste geval komen de vogels zelfs klem te zitten. Gaas moet dan ook zo fijnmazig zijn dat de watervogels hun kop er niet doorheen kunnen steken. Het is het beste wanneer ook eventuele jongen dat niet kunnen. Verder moet het gaas geen scherpe uitsteeksels hebben. In de praktijk voldoet geplastificeerd volieregaas redelijk. Veel liefhebbers gebruiken liever helemaal geen gaas. In plaats daarvan maken ze lage muurtjes of schuttingkjes waar de watervogels niet door- of overheen kunnen kijken. Op deze manier hebben ze niet de neiging 'door de omheining te willen gaan'. Bovendien kunnen agressieve soorten vlak naast elkaar worden gehuisvest, zonder dat ze elkaar door de omheining willen aanvallen. De hoogte van de omheining kan vrij laag blijven. 60 cm is voor zwanen ruim voldoende. 

Aantal zwanen in een groep

Volwassen zwanen leven paarsgewijs. Paartjes verdedigen een territorium tegen soortgenoten en ook tegen andere watervogels. In gevangenschap beschouwen ze meestal het hele perk als hun territorium. Een paartje zwanen kan dan ook het beste zonder medebewoners worden gehouden. 

Hoe kunnen mijn zwanen overwinteren

Gezonde zwanen kunnen lage temperaturen goed verdragen. Voor het onderhoud van hun veren hebben ze in de winter wel dagelijks badwater nodig. Zwarte zwanen hebben nog wel eens de neiging om in de winter te gaan broeden.

Meer weten over: