Gezondheidszorg bij vogels

Gezondheidszorg bij vogels
Om optimaal van onze dieren te kunnen genieten is het van groot belang dat ze gezond zijn en blijven!

Een goede zorg, een optimaal ingerichte habitat en uitgebalanceerd voeren zijn van groot belang voor de gezondheid en conditie van onze vogels. Helaas kunnen omstandigheden ertoe leiden dat een vogel afwijkend gedrag of zelfs ziekteverschijnselen vertoond. Adequaat ingrijpend en eventueel toedienen van de juiste medicatie is voor de vogel veelal van levensbelang. Dit artikel beschrijft in navolgende opbouw de herkenning van ziekteverschijnselen en het indien nodig adequaat behandelen. 

  1. Herkennen van ziekteverschijnselen
  2. Curatieve behandelingen
  3. Preventieve behandelingen

1. Herkenning van ziekteverschijnselen

Voeding

Indien de voeropname wijzigt moeten we aan de volgende mogelijkheden denken. Bij lagere opname kan het aangeboden voer van een andere samenstelling zijn dan voorheen,bijvoorbeeld een andere voerfabrikant. Bij overschakeling van voer samenstelling is het belangrijkom de overschakeling geleidelijk te doen, dus mengen van “oud“ voer met het nieuwe voergedurende enige tijd. Ook bij gelijkblijvende fabrikant is het aan te bevelen om dit te doen omdatper partij gemaakt voer de samenstelling van de gebruikte grondstoffen kan wijzigen. Dat ditgebeurt is soms te zien aan het kleurverschil tussen de diverse partijen voer. Bij hoge buiten temperaturen hebben de dieren minder energie nodig om hun lichaamstemperatuurop peil te houden en zullen dan ook minder voer opnemen. Een andere oorzaak van lagere opname is dat een ziekte hiervan de oorzaak is. Hierover later meer. Verhoogde voeropname zien we als de dieren besmet zijn met darmparasieten, dat kunnen wormenzijn maar ook bij een beginnende coccidiose infectie gaan de dieren eerst meer eten. Als de ziekteerger wordt, met name coccidiose, zal de opname juist minder worden en moet er snel ingegrepen worden.

Bij lage temperaturen zullen de dieren begrijpelijkerwijs ook meer voer opnemen.

Uitwerpselen en darmstelsel

Aan de samenstelling en de kleur van de mest zijn veel mogelijke ziekten af te leiden. Vogels die blinde darmen hebben produceren 2 soorten mest. ‘s Morgens bij het ontwaken worden veelal de blinde darmen geledigd, deze mest is dunner van samenstelling heeft een lichtere kleur en stinktenorm. Dat is dus normaal. De overige mest is vaster van samenstelling, behalve bij vruchteneters,en is voorzien van witte delen, dat zijn de afvalstoffen welke door de nieren worden afgescheidenen in de cloaca aan de mest uit de darmen worden toegevoegd.Indien nu de mest overwegend geel tot koperachtig groen gekleurd is moet er rekening meeworden gehouden dat er een storing in de leverfunctie is. Bij fazanten en kalkoenen duidt dat veelalop een blackhead infectie. Blackhead is een ziekte die veroorzaakt wordt door een parasiet welke de lever aantast en wormen (heterakis = kleine spoelworm) als tussengastheer gebruikt. Bij de bestrijding van blackhead moet dan ook zeker niet vergeten worden om de wormen te bestrijden. 

Bij een coccidiose infectie zien we ook een verandering van de mest, de diverse soorten coccidiose hebben een voorkeur voor een bepaald gedeelte van de darm waar ze hun schadelijke werk doen. Zo bevindt de Eimeria tenella zich bijna uitsluitend in de blinde darmen. Door aantasting van de darmwand ontstaan bloedingen wat resulteert in mestproductie waar bloed in zit hetgeen met hetblote oog meestal goed zichtbaar is, ook kan de blindedarmmest erg donker gekleurd zijn door hetaanwezige bloed. Een andere coccidiose soort, Eimeria necatrix, komt vaak voor in combinatie meteen clostridium infectie. We zien doodzieke dieren die als er niet snel medicijnen worden gegeven, soms binnen een dag sterven als gevolg van ernstige aantasting van de darmwand en mogelijk aaneen vergiftiging door de geproduceerde toxinen van de clostridium bacterie. De mest is vaak, slijmerig en bevat soms duidelijk zichtbaar bloed en/of stukjes darmwand.

Naast de genoemde coccidiose soorten komen nog veel andere soorten voor die alle in min of meerdere mate de darmen aantasten. Bij verdenking van een coccidiose infectie is het van grootbelang om zekerheid hieromtrent de verkrijgen, mest onderzoek met behulp van een microscoop is dan noodzakelijk. Ook allerlei bacteriën kunnen darmstoornissen geven. Bij jonge dieren uit zich dat vaak door met mest besmeurde veertjes rond de cloaca of gehele verstopping van de uitgang, de zogenaamde cementcloaca. Behandeling met antibioticum is dan noodzakelijk. Deze infecties worden bijna altijd veroorzaakt door Gram negatieve bacteriën zoals E. coli , Pseudomonas of Salmonella. Het middel van eerste keuze is Baytril, nog beter is om aan de hand van een gevoeligheidstest vast te stellen of deze keuze inderdaad de juiste is. 

Bevedering

Wanneer dieren bol in de veren zitten kan dat diverse oorzaken hebben. Bij jonge dieren kan het zijn dat de omgevingstemperatuur te laag is een thermometer biedt dan uitkomst. Dieren die koorts hebben zetten ook de veren op, zoals bij een coccidiose of een clostridium infectie maar ook bij diverse virusinfecties. Door mestonderzoek kunnen een aantal ziekten aangetoond of uitgesloten worden. Bij langdurige rui moet gedacht worden aan een tekort aan vitaminen of mineralen. Beschadigde bevedering duidt op vraat, of door parasieten of door pikkerij. Beide zijn door observatie te herkennen. Voor de bestrijding van veerluizen zijn middelen verkrijgbaar, pikkerij kan verminderd worden door afleiding te geven of aangetaste delen in te spuiten met hertshoornolie. Poten: opstaande huidschubben duiden op een infectie met schurftmijten vooral oudere dieren hebben daar nog al eens last van behandelen met vaseline of ivermectine zijn dan noodzakelijk.

Ademhaling

Veel ziektekiemen tasten de ademhalingsorganen en de ogen aan. De ziekten veroorzaakt door bacteriën kunnen meestal succesvol met antibiotica worden bestreden, wel moet dan eerst worden vastgesteld om welke bacterie het gaat. In het geval van een schimmel of gist infectie werkt het gebruik van antibioticum averechts: de infectie wordt daardoor juist versterkt! Enkele voorbeelden van ademhalingsverschijnselen die afwijkend zijn. Vieze natte ogen en snotneuzen worden vaak veroorzaakt door mycoplasma’s. Luidruchtige, bijna gillende geluiden tijdens zeer moeilijk ademen en productie van bloed uit de bek, hetgeen in werkelijkheid uit de luchtpijp komt, wordt veroorzaakt door een virus: Het infectieuze laryngotracheïtis virus ook wel ILT genaamd. Voor kippen is tegen deze ziekte een entstof verkrijgbaar, in hoeverre deze entstof ook onschadelijk is voor fazantachtige is onduidelijk. Wel is uit onderzoek gebleken dat Argusfazanten ook van deze entstof ernstig ziek kunnen worden en er zelfs dood aan kunnen gaan. De doodsoorzaak is altijd dat de dieren stikken in de gevormde slijm en bloedproppen in de luchtpijp.

Infectieuze bronchitis geeft ook hoorbare ademhaling, natte ogen en heldere neus uitvloeiing. Een dergelijke infectie gaat als er geen complicaties optreden met een bacteriële infectie na ongeveer een week weer over. Bij complicaties moet er behandeld worden met een antibioticum.

Gaapwormen veroorzaken ook een afwijkende ademhaling. Meestal komen deze infecties voor bij jonge dieren, door hoesten en schudden met de kop proberen de dieren de wormen kwijt te geraken hetgeen niet lukt omdat de syngamus trachea zoals ze worden genoemd zich aan de tracheawand vastklampen. Behandelen met bv panacur lost deze problemen snel op maar wacht niet te lang met de behandeling want bij ernstige besmetting met veel wormen kunnen de dieren stikken in proppen dode wormen.

Schimmelinfecties van de longen en/of luchtzakken laten een pompende ademhaling zien bij de patiënt. Naarmate de ernst van de infectie toeneemt wordt de ademhaling moeilijker. Behandeling van zo’n infectie geeft bijna nooit het gewenste resultaat.

Infecties met het influenza virus verlopen afhankelijk van het ziekmakend vermogen van het betreffende virus van mild tot fataal. Het klassieke vogelpest virus is bij een ieder die de vogelpestcrisis van 2003 en recent in 2016 heeft meegemaakt genoegzaam bekend.

Dikke ogen en verdikking van de kopversierselen worden veroorzaakt door een bacterie: Pasteurella, de ziekte wordt ook wel vogelcholera genoemd. De bestrijding is erg moeilijk omdat niet alle bacteriën geëlimineerd worden door antibioticum, vaak komen de verschijnselen enige tijd na het staken van de behandeling weer terug.

Organen

Bacteriën kunnen als ze eenmaal in de bloedbaan zijn gekomen ziekten aan organen veroorzaken. In ongunstige omstandigheden waarbij hoge concentraties bacteriën in de lucht voorkomen kunnen via verwondingen of via de luchtwegen en de luchtzakken bacteriën kans zien om in de bloedbaan te komen. Via de bloedsomloop komen ze dan in bijvoorbeeld de lever terecht en doen daar hun kwaadaardige werk. Dit leidt in eerste instantie tot aantasting van de kapsels die met name de lever en het hart omgeven. Ingrijpen is noodzakelijk in deze gevallen, afhankelijk van de soort bacterie wordt een antibioticum gekozen. Veelal wordt gestart met een breed werkend middel zoals baytril of doxycycline. Indien er een of meer dieren sterven is het van groot belang voor de rest om te laten onderzoeken wat de doodsoorzaak was. Sommige virussen tasten ook organen aan soms zelfs hele orgaansystemen. Behandelingen van virusinfecties met antibiotica verlopen bijna altijd teleurstellend. Hierna enkele voorbeelden van schadelijke virussen die het meest voorkomen.

Ziekte van Marek, veroorzaakt door een Herpesvirus. De gevoeligheid verschilt sterk per vogelsoort, bij hoenderachtigen is die het grootst. Er zijn verschillende uitingsvormen. De meest bekende is die vorm waarbij met name de pootzenuwen aangetast worden, er treden verlammingsverschijnselen op die steeds erger worden tot het dier niet meer kan lopen en tenslotte door voedselgebrek sterft. Bij een andere vorm worden er tumoren in de organen gevormd. Ook oogafwijkingen komen voor, hierbij zijn de pupillen onregelmatig (ovaal) gevormd.

Gumboro ziekte, is een jeugdziekte en wordt veroorzaakt door een BIRNA virus. Dit virus tast de organen aan die voor de ontwikkeling van het immuunsysteem moeten zorgen. Ook dit virus komt voor in verschillende vormen van kwaadaardigheid, van mild tot zeer kwaadaardig waarbij vele dieren sterven. Organen die het meest aangetast worden zijn de bursa van Fabricii, de lever en de milt. Behandelen met medicijnen heeft geen positieve effecten.

Ganzenhepatitis is een ziekte van jonge eenden, ganzen en zwanen veroorzaakt door een Parvovirus. Dit virus tast o.a. de lever aan, deze is dan geel van kleur. De mest is wit/geel en waterig, de kuikens willen niet (meer) eten en sterven op jonge leeftijd. Bij een infectie op latere leeftijd (± 3weken) treedt groeiachterstand op en opvallend zijn dan de korte snavel en korte poten, ook veerafwijkingen komen voor (soms krulveren).

Eendenpest wordt veroorzaakt door een herpes virus. Watervogels van alle leeftijden zijn gevoelig voor een infectie met dit virus. De belangrijkste verschijnselen zijn:

  • Voedselweigering.
  • Aantasting van de slokdarm en de cloaca (wit/geel vastzittend ontstekingsmateriaal).
  • Bloedringen ( 5mm) in de darmen, veel bloed in de blindedarmen.
  • Puntbloedinkjes in de lever.

2. Curatieve behandeling

Onderstaand een overzicht van de meest voorkomende ziekten en de bij voorkeur te gebruiken medicatie. De te gebruiken doseringen zijn afhankelijk van de samenstelling van het betreffende medicijn.
 
FlubenolPanacurIvermectine
Ter voorkoming van mogelijke resistentie is aan te bevelen te wisselen tussen verschillende behandelmiddelen.
Flubenol door voer: 7 dagen
Panacur ingeven: herhalen na 10 dagen
Ivermectine onderhuids of oraal
IvermectineIvermectine
Ivermectine onderhuids of oraal Paraffine
TrichoPlus
ESB3 door drinkwater. Toedieningsschema: 3 dagen wel, 2 dagen niet en 3 dagen wel Baycox door drinkwater: 2 dagen.
TrichoPlus
ESB3 door drinkwater. Toedieningsschema: 3 dagen wel, 2 dagen niet en 3 dagen wel.
Amoxycilline
Tevens Amoxycilline gedurende 5 dagen. Dus tegelijkertijd geven!
TrichoPlus
Trichoplus (werkzame stof is Ronidazole) 5 tot 7 dagen drinkwater, regelmatig herhalen bij blijvende worminfecties.
Baytrill
Baytril door drinkwater 3 tot 10 dagen.
Denk aan gevoeligheidstest!
TrichoPlus
Ontstoken gewrichten en dergelijke: Engemycine injectie.
Streptokokken bij jonge dieren: Amoxycilline drink water (of synulox).
Denk aan gevoeligheidstest!
Amoxycilline
Amoxycilline drink water (of synulox).
Denk aan gevoeligheidstest!
Baytrill
Baytril. Verschijnselen komen vaak terug omdat niet alle organismen worden geëlimineerd.
TrichoPlusTrichoPlus
Een breedwerkend antibioticum zoals baytril of trimethoprim/sulfa.
NystatineNizoral
Nystatine of Nizoral.
TrisporalFungitraxx
Trisporal of Fungitraxx.
Duidelijk is wel dat niet de hoeveelheid medicijn maar de totale duur van toedienen effect heeft. Momenteel geven wij 40 dagen 1.5 cc (0.1 mg per 100 g gewicht).
Het is belangrijk om zo snel mogelijk een behandeling te starten bij verdenking van schimmel (apart zitten, zwaar ademhalen, niet meteen van de voerbak naar het water).

Medicijnkast

Medicijnen zijn meestal snel te verkrijgen. Toch is het verstandig om een aantal middelen in huis te hebben, denk aan het weekeinde bijvoorbeeld. Snel ingrijpen geeft een grotere kans op herstel.

Baytril Gramnegatieve bacteriënAmoxycilline (synulox)Grampositieve bacteriën ESB3 of Baycox Coccidiose Flubenol. Alle soorten wormen Panacur Wormen m.u.v. lintwormenVitamine en sporenelementenNa medicijnbehandeling

3. Preventieve behandelingen

In vergelijking met het gehouden nut pluimvee zijn de “wilde” vogels veel minder vatbaar voor allerlei ziekten, door de manier van houden (lage bezetting van de volières) is een eventuele infectie druk zeer laag. Bij de kippenrassen zijn ook grote verschillen bekend in gevoeligheid voor diverse ziekten. Genetisch gezien zijn de vogels die in volières worden gehouden sterk afwijkend van elkaar, dit houdt in dat ook de gevoeligheid voor ziekten per soort anders is. Zo zijn er virussen bekend dit zeer soort specifiek zijn. Herpes virussen van uilen, kippen en duiven verschillen zoveel van elkaar dat het ene virus niet aanslaat bij de andere vogelsoort. V oor bacteriën geldt dat alle soorten vogels ziek kunnen worden als gevolg van een bacteriële infectie, denk aan darmstoornissen door E.coli of salmonella’s.

Het gebruik van medicijnen om een bacteriële infectie te voorkómen is zinloos omdat medicijnen slechts zeer kort werkzaam zijn, het heeft eerder een negatief effect omdat er resistentie op kan treden, dus als het echt nodig is blijken dan de bacteriën ongevoelig te zijn voor het medicijn (en soms ook andere) wat al eerder aan de dieren is gegeven.

Pseudo-vogelpest, vooral in dichtbevolkte pluimvee gebieden en bij geïmporteerde vogels omdat in het laatste geval het vrij regelmatig voorkomt dat een of meer van de vogels uit het buitenland het NCD virus bij zich dragen zonder daar zelf ziek van te worden.

Ziekte van Marek, sommige vogelsoorten kunnen na infectie de ziekte in verloop van enkele maanden ontwikkelen.
Mogelijke oplossingen zijn:

  1. Kweken met oude dieren, die hebben een eventuele infectie goed doorstaan en zullen deze eigenschap aan hun nakomelingen doorgeven.
  2. Kweken op resistentie, dus doorgaan met die dieren welke de ziekte overleefd hebben. Deze vorm van bestrijding duurt erg lang.
  3. Vaccineren op de eerste levensdag met een beschikbaar vaccin, een nadeel hiervan is dat er dan geen natuurlijke weerstand wordt opgebouwd en dat de gevoeligheid voor de ziekte niet afneemt, maar de dieren zijn wel hun leven lang beschermd tegen de ziekte.

Ganzenhepatitis: Alle ouderdieren ongeveer 6 weken voor de leg vaccineren, de enting zorgt ervoor dat de moederdieren antistoffen aanmaken die via de dooier aan de jongen wordt meegegeven. Daardoor zijn de kuikens de eerste drie weken beschermd tegen een infectie. Bij een ganzenhepatitis uitbraak onder jonge watervogels die van ongeënte ouders komen bestaat de mogelijkheid om de pas uitgekomen kuikens in te spuiten met antiserum tegen ganzenhepatitis.

Eendenpest komt meestal voor op plaatsen waar veel dieren bij elkaar gehuisvest zijn. De grootste zekerheid geeft natuurlijk jaarlijks enten. Als er een uitbraak dreigt kan een noodenting worden uitgevoerd direct na het begin van de ziekte, een week na de enting zullen de op het moment van enting nog gezonde dieren beschermd zijn.

Bij soorten die gevoelig zijn voor black-head is het aan te raden om vooral tijdens de jeugd regelmatig te behandelen met Ronidazole (tricho-plus) en te ontwormen met flubenol. Kalkoenen, ruigpoothoenders en diverse fazantensoorten zijn zeer gevoelig voor deze ziekte.

Tips ter preventie:

  • Observeren van de dieren is net zo belangrijk als verzorgen.
  • Laat vooral bij jonge dieren de mest controleren op aanwezigheid van coccidiose en wormeieren.
  • Door gestorven dieren te laten onderzoeken kunnen er wellicht andere dieren gered worden!

Bron:

Bron: Stichting Fowl Oase
Met dank aan dhr. Loi Burger (Stichting Fowl Oase) voor het beschikbaar stellen van deze informatie.

 

Meer weten over: